Zoom

Vergroot tijdens het opnemen de beelden met de W/T-(zoom)knop.

Draai de W/T (zoom)knop naar de Tkant om in te zoomen en naar de W-kant om uit te zoomen.

Instellen Zoom assist

MENU →  (Camera- instellingen2) pagina 6/10

Klik op OK en maak uw keuze, S – M – L

Menu-onderdelen

S: Zoomt een beetje uit.
M: Zoomt normaal uit.
L: Zoomt ver uit.

LET OP – Enkel optische zoom, kan je niet veranderen als je Teleconverter heb ingesteld op je camera (C1 – C2)

Instellen Zoom Snelheid

MENU →  (Camera- instellingen2pagina 6/10

Klik op OK en maak uw keuze.

Menu-onderdelen

Normaal:  Stelt de zoomsnelheid van de zoomhendel in op normaal.
Snel Stelt de zoomsnelheid van de zoomhendel in op snel.

De lensring gebruiken

Door de voorste lensring (A) en de achterste lensring (B) te draaien, kunt u de zoom- en scherpstellingsfuncties intuïtief gebruiken. U kunt ook de toewijzing van de zoom- en scherpstellingsfuncties aan de voorste lensring en de achterste lensring omwisselen met behulp van [Lensring instellen].

Pictogrammen en functienamen worden als volgt op het scherm aangegeven.

Bijv.:
: Stel de zoomvergroting in door de achterste lensring (B) te draaien.
: Stel de scherpstelling in door de voorste lensring (A) te draaien, en stel de zoomvergroting in door de achterste lensring (B) te draaien.